Dummie is inmiddels helemaal thuis in Polderdam, het dorp waar Goos en zijn vader Klaas hem onderdak hebben verleend. Ze gaan samen naar school en zijn de beste vrienden. Tot ze opeens beseffen dat Dummie niet kan eten en dus ook nooit groot zal worden. Meester Krabbel snapt het probleem, en ontdekt dat er een eeuwenoud Egyptisch beeldje moet zijn met olie erin wat Dummie zou kunnen helpen. Goos wil direct op zoek naar het beeldje, maar dat blijkt op de bodem van de zee te liggen.
Dummie besluit dat hij dan maar heel beroemd wil worden: als tekenaar. De schilderwedstrijd van de krant is het perfecte podium daarvoor. Een model heeft hij al gevonden: mevrouw Friek! Terwijl Dummie aan het schilderen slaat, zet Goos alles op alles om het beeldje boven water te krijgen. Zelfs al betekent dat op bezoek gaan bij een mysterieuze dame .